Langdurig lage rente vereist aandacht voor nieuwe financiële risico’s

De daling van de rente in afgelopen jaren weerspiegelt trendmatige en structurele factoren die tot een heroverweging van mogelijke risico’s voor financiële stabiliteit leiden. 

De lage rente leidt tot een sterke stijging van verschillende activaprijzen. Vanwege de toegenomen systeemrisico’s op de Nederlandse huizenmarkt heeft DNB vorige maand een maatregel aangekondigd om de weerbaarheid van banken te vergroten. Het FSC herhaalt het belang van structurele maatregelen om het woningaanbod te vergroten en benadrukt dat solide leennormen bijdragen aan een meer evenwichtige ontwikkeling van de Nederlandse huizenmarkt op langere termijn. Het is van belang dat hypothecaire leennormen in ieder geval niet worden verruimd en gepaard gaan met voldoende waarborgen, zodat geen nieuwe risico’s voor financiële stabiliteit ontstaan. 

Het langdurige karakter van de lage rente leidt ook tot strategische uitdagingen in de verzekeringssector die om een nadere verkenning in het FSC vragen. 

Mede onder druk van een zoektocht naar rendement bij beleggers, is de markt voor hefboomfinanciering (leveraged finance) in de afgelopen jaren sterk gegroeid. De leenstandaarden nemen af en kredietverlening aan bedrijven vindt in toenemende mate plaats met een hogere hefboom en lagere kredietkwaliteit. De directe risico’s voor de Nederlandse banken lijken mondiaal bezien beperkt, maar banken kunnen geraakt worden door indirecte verliezen of algemene marktontwikkelingen. Het FSC benadrukt het belang van zorgvuldige monitoring en constateert dat vervolgstappen in internationaal verband tot stand dienen te komen. 

Het FSC heeft gesproken over de herziening van de rentebenchmarks en constateert dat de €STR zonder problemen van start is gegaan. Financiële instellingen hebben tot eind 2021 de tijd om volledig over te stappen van EONIA op €STR, maar zullen op bepaalde markten al eerder met veranderingen te maken krijgen. 

Het FSC heeft ook gesproken over de gevolgen van technologische ontwikkelingen en financiële innovatie in het betalingsverkeer. De opkomst van Bigtech biedt kansen, maar leidt ook tot risico’s die nog onvoldoende in beeld zijn en niet goed afgedekt. Deze risico’s moeten eerst worden geadresseerd voordat global stablecoins operationeel kunnen worden. Internationale samenwerking is daarbij van groot belang. De Financial Stability Board gaat onderzoek doen naar mogelijke tekortkomingen in bestaande regelgeving. De opkomst van nieuwe technologische toepassingen en de afname van het gebruik van chartaal geld leidt ook tot een discussie over het invoeren van centralebankgeld (central bank digital currency; CBDC). DNB voert op dit moment een onderzoek uit naar CBDC dat naar verwachting begin volgend jaar is afgerond en dan input is voor discussie op Europees niveau. 

Het FSC verwelkomt het initiatief van de Duitse minister van Financiën Scholz om de bankenunie verder te voltooien en steunt actief de discussie om tot nieuwe Europese afspraken te komen, waaronder aanpassingen in de regulering van overheidsobligaties op bankbalansen. Daarnaast verwelkomt het FSC het rapport NextCMU dat op initiatief van Nederland, Duitsland en Frankrijk tot stand is gebracht en adviezen bevat om de kapitaalmarktunie verder te ontwikkelen. Een randvoorwaarde voor een succesvolle kapitaalmarktunie is verdere versterking en harmonisatie van het gedragstoezicht op Europees niveau, waarin consumentenbelangen adequaat zijn gewaarborgd. Een actieplan van de Europese Commissie om een nieuwe impuls te geven aan de totstandkoming van de Europese kapitaalmarktunie kan een belangrijke bijdrage leveren aan het bevorderen van financiële stabiliteit. 

In het Financieel Stabiliteitscomité spreken vertegenwoordigers van de Autoriteit Financiële Markten, De Nederlandsche Bank en het ministerie van Financiën over ontwikkelingen op het gebied van de stabiliteit van het Nederlandse financiële stelsel. Het Centraal Planbureau neemt als externe deskundige deel aan de vergaderingen.

Deelnemende partijen